Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Spoedwet wegverbreding

 

Artikel 6 (specifieke bepalingen met betrekking tot geluidhinder)
1
Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder akoestische gegevens: de berekening van de 70 dB(A) geluidcontour langs de wegvakken, gebaseerd op de verkeersgegevens over het jaar 2000.
2
Ten aanzien van de in de bijlage, onder B, opgenomen wegaanpassingsprojecten is de Wet geluidhinder niet van toepassing.
3
Ten aanzien van de in het tweede lid bedoelde wegaanpassingsprojecten bevat het wegaanpassingsbesluit de akoestische gegevens, alsmede de maatregel, voor zover deze voortvloeit uit het vierde lid.
4
Indien uit de akoestische gegevens blijkt dat sprake is van een overschrijding van 70 dB(A) bij geluidsgevoelige bestemmingen, wordt in het wegaanpassingsbesluit een geluidreducerende wegdeklaag voorgeschreven, tenzij dit redelijkerwijs niet kan worden gevergd.
5
Uiterlijk twee jaar na het onherroepelijk worden van het wegaanpassingsbesluit stelt Onze Minister ten aanzien van de in het tweede lid bedoelde wegaanpassingsprojecten een plan op voor de te treffen maatregelen, gericht op het terugbrengen van de geluidsbelasting vanwege de weg, van de gevel van de woningen of andere geluidsgevoelige gebouwen of aan de grens van geluidsgevoelige terreinen binnen de zone van de weg overeenkomstig artikel 74, eerste lid, van de Wet geluidhinder.
6
Het plan bevat voorts de vaststelling van de geluidsbelasting van de gevel van de woningen, andere geluidsgevoelige gebouwen en aan de grens van geluidsgevoelige terreinen binnen de zone van de weg overeenkomstig artikel 74, eerste lid, van de Wet geluidhinder, zoals deze wordt berekend na het treffen van de maatregelen overeenkomstig het plan.
7
Het plan bepaalt de termijn waarbinnen de in het vijfde lid bedoelde maatregelen in uitvoering worden genomen.
8
Voor de toepassing van de artikelen 87f, tweede of derde lid, 87g, tweede lid, 100, tweede of derde lid, 106g, tweede of derde lid, en 106h, tweede lid, van de Wet geluidhinder geldt een krachtens het zesde lid vastgestelde geluidsbelasting als een krachtens die wet vastgestelde hogere waarde voor de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting.
9
Artikel 111a van de Wet geluidhinder is van overeenkomstige toepassing op de vaststelling van de geluidsbelasting van het zesde lid.
10
Voor zover het plan en het bestemmingsplan of de beheersverordening niet met elkaar in overeenstemming zijn, geldt het plan voor de uitvoering daarvan als projectbesluit als bedoeld in artikel 3.29, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening, onderscheidenlijk als besluit als bedoeld in artikel 3.42, eerste lid, van die wet.
11
Ten aanzien van het plan is artikel 11, tiende en elfde lid, van overeenkomstige toepassing.
12
Op de voorbereiding van het plan is afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •